“Je moet alles loslaten wat je eerder hebt geleerd”
Nonny de la Pena, oprichter van Emblematic Group, is de eerste die de term immersive journalism ooit gebruikte. Ze wordt daarom ook wel the godmother van het genre genoemd.
De Amerikaanse documentairemaker, ondernemer en journalist begon al in 2006 te experimenteren met VR. Haar werk is gepubliceerd door outlets als the New York Times, BBC, Vice en Wired en oogstte lovende kritieken.
Wat zijn de voordelen van immersieve journalistiek?
“Er zijn twee belangrijke voordelen. Eén daarvan is dat je het gevoel hebt dat je er echt bent, waardoor je een verbinding voelt met het verhaal en je sneller en diepgaander begrip opdoet. VR is daarnaast uniek in het overbrengen van de fysieke, ruimtelijke dimensies van een verhaal – de exacte lay-out van de plaats waar een gebeurtenis plaatsvond. Het doet eigenlijk alles wat een goede rapportage doet, maar op een veel meer meeslepende manier.”
Wat is het belangrijkste verschil met traditionele journalistiek?
“Het grootste verschil is dat je niet probeert over te brengen hoe een plek of gebeurtenis is, maar dat je mensen uitnodigt om er zelf bij te zijn. Maar ik denk dat immersieve journalistiek nog altijd sterk aansluit bij traditionele verhalen. Er is altijd een vorm geweest die ernaar streefde om gebeurtenissen dichtbij te halen. Virtual Reality is daar gewoon de ultieme manier van.”
“Toch zijn er ook radicale verschillen, vooral als het gaat om format en technologie. De meeste immersieve verhalen die mensen gezien hebben, zijn 360-gradenvideo’s. Daardoor hebben makers de neiging om het maakproces net zo aan te pakken als bij een traditioneel film. Ze zijn nog steeds bezig met waar de camera moet worden geplaatst, hoe je de juiste foto kunt maken, etc. Mijn bedrijf, Emblematic Group, is gespecialiseerd in volumetric VR. We bouwen scenario’s waarbinnen de kijker zich kan verplaatsen en waarmee hij kan interacteren. Dit is de volgende grote sprong voor VR, en alle nieuwe headsets maken dit mogelijk. Het eerste dat je moet leren als je volumetric VR maakt, is dat je alles moet loslaten wat je geleerd hebt over traditionele video’s. Er zijn geen close-ups, er wordt niet geknipt. Het is dan ook een geheel nieuwe discipline, met zijn eigen regels en protocollen, die nog volop in ontwikkeling zijn.”
Welke uitdagingen zie je?
“Toen ik hiermee begon, zeiden collega’s letterlijk: dit gaat je niet lukken, dit werkt nooit. Ik ben er trots op dat ik hun ongelijk bewezen heb. Maar vergeleken met andere vormen van media is VR nog relatief duur en is het bereik op dit moment beperkt. Ik denk dat er kansen zijn, want jongere generaties zijn altijd op zoek naar ervaringen. Als je experiential journalism ontwikkelt, zijn er kansen om deze vorm daadwerkelijk luratief te maken.”
“Een andere fundamentele vraag gaat over het huidige paradigma van nieuws, waarin transparantie belangrijker wordt gevonden dan objectiviteit. We moeten uitvinden hoe we dat een plekje geven in VR. Ik kan me voorstellen dat, naarmate controllers gemakkelijker in gebruik worden, we gebruikers makkelijker in staat kunnen stellen om informatie nauwkeurig te onderzoeken, terug te spoelen, naar de originele bron te gaan. Op die manier krijgen ze de vrijheid die ze gewend zijn sinds het ontstaan van het internet.”
“Maar er zijn grenzen aan interactie. In één van de eerste versies van Hunger had één van de personages een trigger op haar. Als je naar haar keek, draaide ze zich om en schreeuwde naar je. Ik heb dat eruit gehaald, omdat ik vond dat dit het verhaal te veel beïnvloedde. Dat vond ik niet gepast in een journalistiek verhaal. Het verhaal en de conclusies moeten hetzelfde blijven. Maar er zijn ook interactieve vormen die heel goed werken. Stel dat er een dodelijke schietpartij is geweest en dat je de kans hebt om rond te lopen en het verhaal vanuit allerlei verschillende, goed onderzochte perspectieven te bekijken. Dat is het soort interactiviteit dat wij mij betreft echt iets toevoegt.”