- Home
- Wat kan ik leren van immersieve makers?
- Jose de Vries (NOS)
“Het gaat erom dat je dusdanig opgaat
in het verhaal dat je het beter begrijpt”
Als innovatiemanager staat José de Vries aan het roer van het NOS Lab, dat “experimenteert met nieuwe technieken en vertelvormen voor de gebruiker van de toekomst.” In 2016 maakten het team van De Vries een serie van 360-graden video’s die te bekijken zijn via YouTube op een laptop of telefoon.
“In die tijd kwam die nieuwe technologie net uit en wij wilden daar als redactie mee experimenteren om te kijken wat het kon toevoegen aan het nieuws van de dag”, vertelt De Vries. “We uploadden iedere zeven dagen een video die te maken had met het nieuws van die week. Zo hebben we onder andere de productie Rondkijken in de Bijlmerbajes gemaakt.”
Het is een video van ongeveer twee minuten waarin de gebruiker een kijkje neemt in de (inmiddels gesloten) Amsterdamse gevangenis. Met je vinger of cursor kun je 360 graden om je heen kijken, terwijl op de achtergrond muziek speelt en tekst extra informatie verschaft. In hoeverre is dat immersief? De Vries legt uit: “Bij de NOS is het belangrijk dat je snel nieuws produceert, dus we zochten een techniek die je praktisch en snel toe kon passen. We waren benieuwd hoe het zou werken en wat wij vonden van deze manier van storytelling. En we vroegen ons af: vinden we het passen bij de NOS en bij de snelheid van het nieuws dat we willen bieden? Dat laatste is eigenlijk de reden waarom het vrij pragmatische video’s zijn geworden. Toentertijd vonden we dat het leek alsof je er middenin stond, maar met de kennis van nu is het natuurlijk een vrij simpele 360-graden video.”
Wanneer is een verhaal dan immersief? De Vries: “We hebben een nieuwsbehoeftemodel bij de NOS die uit vier onderdelen bestaat: bijblijven, mening vormen, toepassen en beleven. Ik zet immersieve journalistiek in de hoek van beleven. Dat wil niet zeggen dat het per se technologisch geavanceerd hoeft te zijn. Het gaat erom dat je dusdanig opgaat in het verhaal dat je het beter begrijpt en het onthoudt.”
Eenzaamheid
Bij het produceren van een journalistiek verhaal moeten er altijd afwegingen gemaakt worden: hoe moet het resultaat eruit komen te zien en wat wil je overbrengen aan het publiek? In Rondkijken in de Bijlmerbajes wordt er naast beeld gebruik gemaakt van achtergrondmuziek en tekst. “We vonden het belangrijk dat de kijker de eenzaamheid kon voelen, dus dan zou het raar zijn als er een presentator in het beeld stond. Om het wel inhoud te geven, besloten we tekst in te zetten. Hier moet de gebruiker ook naar ‘zoeken’, zodat hij echt in het rond zou kijken.”
De achtergrondmuziek is bedoeld om sfeer te creëren – een onheilspellende in dit geval. “We hebben als redactie allerlei richtlijnen die je moet volgen voor het maken van een video, maar over audio stond er niks in. We waren allang blij met de video, dus audio kwam op de tweede plaats. Ik denk dat we daar nog veel over kunnen leren.”
Hapsnap
“Waarom filmen jullie de grond?” was één van de reacties op de productie, die niet door had dat hij om zich heen kon kijken. Inmiddels kennen mensen de technologie natuurlijk een stuk beter. Maar over het algemeen waren kijkers erg enthousiast. “Zelf vind ik de charme van dit project dat het zo hapsnap is gegaan. We zagen een kans en gingen ervoor. Als ik het nog eens over zou doen en we hadden meer tijd gehad, dan had ik het wat verhalender willen maken, zodat je een nog beter beeld van de gevangenis krijgt. Bijvoorbeeld door er portretten toe te voegen van mensen die er hebben vast gezeten of gewerkt. Nu was daar geen tijd voor. Het was: ga maar naar binnen en kijk wat je kunt krijgen. De grootste uitdaging was om geen mensen op beeld te krijgen, want je staat daar wel met zijn tienen of twintigen.”
De Vries is tevreden met het resultaat. “Voor ons is het heel nuttig geweest om hiermee te experimenteren. We weten dat we het kunnen”, zegt ze. “Ook weten we inmiddels dat dit type verhaal niet zo goed past bij het nieuws van de dag. Je moet er veel meer tijd en ruimte voor nemen. Op dit moment kunnen we met gewone video ook nog impact maken. Daarmee zijn we ook zeker nog niet uitgeleerd en uiteindelijk kun je dat toch ook aan meer mensen laten zien. De NOS moet er als publieke omroep voor iedereen zijn, dus we moeten echt nadenken hoe we dingen maken die breed toegankelijk zijn. Daarom hebben we besloten: alleen op plekken waar je normaal niet kan komen, is dit interessant. Maar het staat op dit moment niet bovenaan onze prioriteitenlijst.”